De Uilenspiegel 3/2013
Vette discriminatie
- Obesitas, het vetspook
- Geloofsoorlogen om hormonale disruptors
- Groene genen gaan vreemd
- Facts & Artefacts
- Bijzonder inzicht
Voedingsonzin van de maand april 2014: De vegetarische lobby zaait “doodsangst”.
VEBU verdraaid (valse) Feiten naar Fantasie !
Door Uwe Knop, EU.L.E. e.V.
Vertaling door Piet van Veghel
Voor het koken van groenten moet vlees!
Ingrediënten voor Kale
© Tamorlan/ Lizenz CC BY-SA 2.5Begin maart verwezen de vegetariër-lobbyisten van de VEBU naar een artikel op hun website: “Vleesconsumptie verhoogd het overlijdensrisico”, voorzien van een foto van een kerkhof met daarop grafstenen zover als het oog reikt.1 Aanleiding voor deze “doodsbedreiging” was de observatiestudie EPIC2. “Deze melding toont een geliefkoosde om de tuin leidingsmanoeuvre in zake voeding: de mensen wordt een oorzaak-gevolg-verband voorgeschoteld, die een observatiestudie ten ene male niet leveren kan”, aldus Udo Pollmer, wetenschappelijk leider van het Europese Instituut voor levensmiddelen en Voedingswetenschappen (EU.L.E. e.V.). De kop verdraaid bewust de uitkomsten van deze Studie: “Hier tieren de leugens welig: zowel in de VEBU bijdrage als ook in de Originele Studie, die trouwens de vegetariër-redactie ofwel niet gelezen of bewust vals geïnterpreteerd heeft.”
In deze EPIC-Studie word het sterftepercentage in verbinding gebracht met de vleesconsumptie. Hierbij vonden de auteurs geen statistisch significante samenhang tussen, noch bij de consumptie van rood vlees, noch met dat van gevogelte, en het overlijden. Slechts voor bewerkt vlees meent de Studie een gematigde correlatie met de mortaliteit ontdekt te hebben – die echter bij nauwkeurige analyse...
EULE over koffie
“Oh! Wat smaakt de koffie lekker, lekkerder dan 1000 kussen, milder als muskaatwijn”, zo jubelt Junfer Liesgen in Bach’s Kaffeekantate en vervolgt met een diepe zucht: “koffie, koffie moet ik hebben, en als iemand mij laven wil, ach, schenk mij dan een kopje koffie in!” Alle liefhebbers van het zwarte brouwsel kunnen dat beamen. Genoeg gebruikers waren het aldoor over eens, wat hun kopje koffie aan gaat – alleen de geleerden streden al 500 jaar onvermoeibaar erover, of de stof de gezondheid nu schaadt of baat.
© Vasca / www.fotolia.deZoveel staat vast: In Europa werd de koffie ingevoerd als zijnde een geneesmiddel, als wonderdrank. De eerste die over de medicinale werking van een drank <zo zwart als teer> berichtte, was de arts en botanicus Leonhard Rauwolf, die in de 16e eeuw de ‘morgenlanden’ bereisd had. Volgens zijn publicaties gold de koffie daar zo gezond als in Duitsland de wermut- of kruidenwijn. Een italiaanse tijdgenoot schreef in een brief uit 1615 vanuit Constantinopel “de zwarte drank van de turken is goed voor je gezondheid, omdat het je spijsvertering helpt, de maag sterkt en de sappen vermeerdert. (bedoeld werd de urine en de menstruatie). Bovendien hoorde hij van zijn zegmannen, dat de koffie de slaap na het avondeten verdrijft, waardoor hij genuttigd werd door diegenen die ’s avonds wilden studeren. Al korte tijd later werden de gezondheidsclaims ten noorden van de middellandse zee uitgebreid als het middel tegen: nierstenen, waterzucht, jicht, hoofdpijn, hoesten, katers, hysterie, verstopping, reuma, dronkenschap et cetera.
Het nieuwe wondermiddel kon Sir Thomas Herbert, die in 1626 met een engelse delegatie Perzië bezocht, nog meer positieve eigenschappen toegedicht worden: “heet gedronken is het gezond, het verdrijft de melancholie, droogt de tranen, bedwingt de toorn en ontlokt warme gevoelens.” Vandaag de dag zou psychofarmaca zich zo aan moeten prijzen. Maar dat was nog lang niet alles, zo schreef Sir Herbert: Niettemin zouden de perzen...
Voedingsonzin van de maand maart 2014: Super Suikerleugen
Er is geen bewijs dat suiker hartziektes bevordert!
Door Uwe Knop, EU.L.E. e.V.
Vertaling door Piet van Veghel
Lollipop in motion
© Bonita Suraputra / Lizenz CC BY 2.0In februari 2014 sloeg de anti-suiker lobby weer eens toe: “suiker veroorzaakt hartproblemen” of “teveel suiker tast je hart aan”, zo kopten de kranten1, 2. Bron van deze angstaanjagende berichten was een Observatiestudie, uitgevoerd door de Amerikaanse Gezondheidsdienst CDC3. “Het is nauwelijks te geloven dat uit zulke dubieuze observatiestudies nog altijd voedingsadviezen gehaald worden”, aldus Udo Pollmer, wetenschappelijk leider van het Europees Instituut voor levensmiddelen en voedingswetenschappen (EU.L.E. e.V.), “want meer dan vage vermoedens levert deze voedingsonderzoek niet op”. Op goede gronden waarschuwt de American Society of Nutrition in een recente publicatie voor het al te veel belang hechten aan de gevonden resultaten van dit observatieonderzoek en de hiermee verbonden aanbevelingen.4 Toch is dit niet het enige misleidende, want hier word het complete arsenaal aan statistiek vervalsende manoeuvres in stelling gebracht om de gewenste resultaten te kunnen verkondigen. Of zoals Pollmer het formuleert: “Deze studie is een zootje”.
Observatiestudies kunnen nooit bewijs leveren...